Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem staat bekend om zijn rijke historie, traditionele ambachten en… een nostalgische tram. Maar om deze historische tramlijn toekomstbestendig te maken, was er een gedetailleerde scan nodig. GeoNext werd gevraagd om dit bijzondere project uit te voeren. Met de Trimble GEDO GX50 wisten ze de hele trambaan en omliggende objecten nauwkeurig in kaart te brengen. Niels Houthuijzen, specialist bij GeoNext, vertelt hoe dit unieke project verliep.
GeoNext: Specialist op het spoor
GeoNext is al meer dan 12 jaar actief als specialist in geodetische meetoplossingen, met een sterke focus op spoor- en weginfrastructuur. Het ingenieursbureau werkt met geavanceerde technologieën om data te verzamelen, te verwerken en om te zetten in bruikbare informatie. “Onze focus ligt vooral op het spoor”, vertelt Niels. “We doen veel werk voor klanten zoals ProRail en spooraannemers en voeren gedetailleerde metingen uit om het spoor en de omgeving in kaart te brengen.” Met behulp van de nieuwste technologieën levert GeoNext waardevolle inzichten voor het beheren, onderhouden en uitbreiden van de infrastructuur. Ook voor het Openluchtmuseum was deze expertise onmisbaar.
Bijzondere opdracht bij het Openluchtmuseum
Voor het Openluchtmuseum, dat gelegen is aan de rand van de Veluwe in een bosrijk gebied, voerde GeoNext nauwkeurige scans uit van de trambaan en de directe omgeving. Het museum heeft een trambaan die niet in een mooie rechte lijn ligt; het tracé kent hoogteverschillen van ongeveer 21 meter en bevat korte bogen met obstakels zoals bomen en gebouwen. Dit maakte het meten een mooie uitdaging. Het Openluchtmuseum wilde weten hoe het spoor, de haltes en de seinen erbij liggen en of er ruimte was voor uitbreiding. Daarnaast waren er specifieke vragen over de bovenleidingen en de remise; het gebouw waar de trams worden gestald. Niels: “Ze wilden zeker weten of er genoeg ruimte is voor uitbreiding. En of de bovenleidingen goed gepositioneerd zijn. Wij konden dat met onze scan duidelijk in kaart brengen.”
De kracht van de Trimble GEDO GX50
Voor dit project koos GeoNext voor de Trimble GEDO GX50, een geavanceerde 3D-laserscanner die gemakkelijk op de GEDO-Trolley geplaatst kan worden. Deze GEDO-Trolley hadden ze al, de GX50 was nieuw en hebben ze voor dit project bij Geometius gehuurd. Een mooie manier om het instrument uit te proberen. Ook werd het project gebruikt om medewerkers kennis te laten maken met dit nieuwe instrument.
Niels legt uit: “Normaal gebruiken we de Trimble TX8, een van de voorgangers van de GX50. Deze scanner is haaks aan het spoor gepositioneerd en scant daarom alleen haaks op het spoor. De GX50 daarentegen heeft twee scankoppen die gedraaid op de trolley zijn gepositioneerd. Hierdoor kun je niet alleen het spoor zelf, maar ook alles wat eromheen staat, zoals bovenleidingen en bomen, inscannen.”
De keuze voor de Trimble GEDO GX50 bleek een schot in de roos. “De GX50 maakt een 360°-meting, wat betekent dat we met één scan alles op en rondom het spoor kunnen vastleggen. Je kunt je voorstellen dat dit veel tijd en kosten bespaart”, legt Niels uit. Dit is vooral handig bij complexe projecten, zoals het inscannen van een trambaan in een museumomgeving waar allerlei objecten dicht op het spoor staan. “Met de extra scankop zagen we net iets meer van de omgeving, wat voor dit project heel waardevol was.”
Tijdens de scan wordt een zogenaamde puntenwolk gegenereerd: een verzameling van miljoenen meetpunten die samen een compleet 3D-model van de omgeving vormen. Niels verduidelijkt dit proces met een simpel voorbeeld: “Het is een beetje zoals een tennisbal tegen een muur gooien. Als je de bal goed gooit, komt hij netjes terug en kun je hem vangen. Dat vangen staat gelijk aan het krijgen van data. Maar als je misgooit of als iets de bal blokkeert, komt hij niet terug en heb je geen informatie. Zo werkt het ook met scannen: als er een object voor een ander object staat, zoals een boom voor een paal, dan mis je die paal in de scan.”
Naast het scannen van het spoor en de omgeving, heeft GeoNext ook het gebouw ingescand met de Trimble X7 3D-laserscanner. Want ook deze wordt meegenomen in de uitbreidingsplannen.
Van puntenwolk naar bruikbare data
Na het verzamelen van de gegevens begon GeoNext met het verwerken van de puntenwolk tot een bruikbaar eindproduct. “We brachten niet alleen de spoorstaven en de bovenleidingen in kaart, maar ook de verkanting tussen de spoorstaven en andere objecten in de omgeving. Daarnaast gaven we aan hoe het spoor erbij lag, bijvoorbeeld of er hoogteverschillen waren”, vertelt Niels. Dit gedetailleerde 3D-model gaf het Openluchtmuseum alle informatie die nodig was om hun uitbreidingsplannen te toetsen en om te zien waar verbeteringen nodig zijn.
Samenwerking met Geometius
De samenwerking tussen GeoNext en Geometius was van groot belang voor het succes van dit project. Niels: “We werken al jaren samen met Geometius en gebruiken regelmatig hun Trimble-apparatuur. Voor dit project hebben we de Trimble GEDO GX50 gehuurd, omdat we wisten dat deze ons de nauwkeurigheid en het detailniveau kon bieden wat we nodig hadden. We hebben met Wim van Geometius besproken hoe we de GX50 het beste konden combineren met onze trolley. Ook is hij een middag aanwezig geweest om ons extra instructie te geven. Die hulp was heel waardevol, want zo konden we meteen met de juiste instellingen aan de slag.”
Niels vertelt verder: “Voor elk project wordt aan de hand van ‘tijd’, ‘snelheid’ en ‘kwaliteit’ bepaald welk instrument we het beste kunnen inzetten. Dat kan dus soms ook betekenen dat we een instrument bij Geometius huren. Dat maakt ons flexibel. In dit geval heeft het ons uitgebreidere scandata opgeleverd en hebben we er veel van geleerd.”
Een waardevolle bijdrage voor het Openluchtmuseum
Het resultaat van de scan was een complete en gedetailleerde 3D-weergave van de trambaan en de omgeving. Dit gaf het Openluchtmuseum de informatie die nodig was om hun plannen verder uit te werken. Maar voor GeoNext was het niet alleen werk. Niels vertelt lachend: “Als bonus hebben we onze jaarlijkse familiedag in het Openluchtmuseum gehouden een aantal maanden later. Zo konden we onze gezinnen laten zien wat wij ingemeten hadden voor het Openluchtmuseum.”