GeoNext, actief in de geodetische dienstverlening, bestaat 10 jaar en is die tijd tevens klant bij Geometius. Al die jaren spelen ze samen een vriendschappelijk samenspel in een innoverend landschap. Ter gelegenheid van dit jubileum schuift Geometius directeur Jasper Ambagtsheer aan bij GeoNext directeur Nico Schaefers en kijken ze terug op een enerverende tijd. Ze hebben het over de samenwerking, het onderscheidend vermogen van GeoNext, de veranderingen in de markt en de verwachtingen van de toekomst.

Hoe zouden jullie de samenwerking omschrijven?

Het samenspel tussen GeoNext en Geometius verloopt vriendschappelijk. Dat komt volgens Nico doordat GeoNext Geometius als partner ziet: “We staan samen voor een doel.” De wederzijdse bereidheid om samen problemen op de lossen en elkaar vooruit te helpen is groot. Een belangrijke reden van de langdurige relatie. Ook de kwaliteit van de geleverde apparatuur en service speelt daar volgens Nico een belangrijke rol in: “GeoNext wilt werken met apparatuur van A-merken en met een partij die service en support hoog in het vaandel heeft staan.”

“We zijn een gespecialiseerd geodetisch ingenieursbureau die complexe projecten aanneemt op basis van afgekochte contracten.”

De vriendschappelijke toon is ook voelbaar aan tafel. De houding is relaxed en na wat grappen en grollen spreekt Nico gepassioneerd over wie GeoNext vandaag de dag is: “We zijn een gespecialiseerd geodetisch ingenieursbureau dat complexe projecten aanneemt op basis van afgekochte contracten.” GeoNext is met name actief in het hogere segment en volgens Nico kan dat alleen als je ergens heel goed in bent: “Wij zijn goed op het gebied van het spoor. Onze werkzaamheden omvatten het volledige scala. De meeste ingenieurs en aannemers rondom het spoor kloppen dan ook bij ons aan.”

Hoe onderscheidt GeoNext zich van andere spelers?

Kwaliteit staat bovenaan. GeoNext kiest er daarom voor om in zichzelf te investeren. Dat doet zij niet alleen door verschillende disciplines in house te organiseren, maar ook door kieskeurig te zijn in haar keuzes. Zo ook wat betreft personeel. Het vinden van gekwalificeerde medewerkers kost volgens Nico zeker wat, maar het resultaat dat je er mee boekt weegt daar ruimschoots tegenop: “We hebben onlangs een ingenieur verwelkomt, een voormalig docent aan de TU Delft met wel 4 titels. Een topper in het vak. Zeer verrassend om te zien wat hij kan.”

Wij zijn de concurrenten van de lagelonenlanden.

Dat GeoNext kwaliteit verkiest boven kostprijs blijkt ook uit de keuze die zo’n 9 jaar geleden al werd gemaakt. Ondanks dat de concurrenten het werk naar India brachten deed Nico dat niet: “In plaats van goedkoop uitbesteden kiezen wij voor investeren in software ontwikkeling en het automatiseren hiervan. Op die manier zijn wij de concurrenten van de lagelonenlanden. We zijn vandaag de dag, in de turbulente wereld waarin we leven, nog steeds heel dankbaar voor deze keuze.”

“Het hebben van een proeftuin biedt kansen.”

Naast de behoefte aan kwaliteit is er een gezonde dosis lef aanwezig en dat blijkt niet alleen uit bovenstaande situatie. Enkele jaren geleden besloot GeoNext de gok te wagen en als relatief kleine speler mee te doen met de innovatie tandem gericht op het bieden van een oplossing voor het versnellen van het grootste infra project van Nederland. De oplossing die zij boden kwam in de vorm van een digital twin en totaal onverwacht won GeoNext hiermee de innovatieprijs. Nico geeft aan dat zij vanaf toen ineens op de kaart stond: “Verschillende partijen vroegen zich af hoe een klein bedrijfje uit Den Dolder zo’n prijs kan winnen? Asterix en Obelisk zeg ik dan altijd.” 

Met alleen kwaliteit en lef ga je het niet redden. Nico investeert ook graag in zijn mensen. Hij doet er alles aan om het werkplezier groot te houden. Dat doet hij o.a. door de ruimte te bieden voor het doen van nieuwe ontdekkingen: “Ik heb liever dat ze iets proberen en het mislukt dan dat ze het niet proberen. Het hebben van een proeftuin biedt dan ook kansen. Je hebt maar een paar ideeën nodig die aanslaan en dan is het kassa. Vallen en opstaan is daarbij onvermijdelijk en daarvoor maak ik ruimte.”

“Of een idee nu slaagt of niet, het gaat erom dat je ervan leert of dat er mensen zijn geweest die er met onwijs veel plezier aan gewerkt hebben.”

Jasper pakt de bal over en spreekt over het geluk van een kleine onderneming waarbij je niet maanden aan een casus hoeft te werken voordat je iets mag uitproberen: “Als ondernemer kun je gewoon gaan en op je buikgevoel sturen. Natuurlijk hou je je kop erbij, je portemonnee in de gaten en bepaal je of het handig is of niet. Of een idee nu slaagt of niet, het gaat erom dat je ervan leert en dat er mensen zijn geweest die er met onwijs veel plezier aan hebben gewerkt. Dat is heel veel waard.”

“Onze computers dragen de namen van de kinderen van onze medewerkers.”

Naast de behoefte aan kwaliteit is er een gezonde dosis lef aanwezig en dat blijkt niet alleen uit bovenstaande situatie. Enkele jaren geleden besloot GeoNext de gok te wagen en als relatief kleine speler mee te doen met de innovatieve tender gericht op het bieden van een oplossing voor het versnellen van het grootste infra project van Nederland. De oplossing die zij bood kwam in de vorm van een digital twin en totaal onverwacht won GeoNext hiermee de innovatieprijs. Nico geeft aan dat zij vanaf toen ineens op de kaart stond: “Verschillende partijen vroegen zich af hoe een klein bedrijfje uit Den Dolder zo’n prijs kan winnen? Asterix en Obelix zeg ik dan altijd.” 

Met alleen kwaliteit en lef ga je het niet redden. Nico investeert ook graag in zijn mensen. Hij doet er alles aan om het werkplezier groot te houden. Dat doet hij o.a. door de ruimte te bieden voor het doen van nieuwe ontdekkingen: “Ik heb liever dat ze iets proberen en het mislukt dan dat ze het niet proberen. Het hebben van een proeftuin biedt dan ook kansen. Je hebt maar een paar ideeën nodig die aanslaan en dan is het kassa. Vallen en opstaan is daarbij onvermijdelijk en daarvoor maak ik ruimte.”

Wat GeoNext verder typeert is het familiaire karakter. Nico grapt over kinderarbeid en het duurt even voordat het kwartje valt: “Onze computers dragen de namen van de kinderen van onze medewerkers. Dus Bram, Kees en Fenna zijn hard voor ons aan het werk.” Dat harde werken wordt gelukkig beloond. GeoNext werkt aan de binding met haar medewerkers en organiseert elk jaar met veel plezier o.a. een familiedag waarbij het gezin van de medewerker welkom is.

Is er een zichtbare verandering in het type projecten toen versus nu? 

Een van de mooiste projecten waar GeoNext aan heeft gewerkt is volgens Nico de vernieuwing van de trambaan in Utrecht: “Onze adviezen werden hartelijk ontvangen en het vertrouwen in onze kunde was groot. Mede omdat wij een partij zijn dat alle disciplines in huis heeft. Een jaar lang gingen we aan de slag en al het meet- en technische werk was voor ons. Dat was onwijs gaaf.”

GeoNext werkzaamheden tram Utrecht

“We zijn nu eerder een gesprekspartner dan alleen een leverancier.”

Deze manier van werken ziet GeoNext steeds vaker terugkomen. Waar zij voorheen meer een uitvoerende partij waren is er volgens Nico nu steeds meer ruimte voor eigen inbreng: “We kunnen nu aangeven dat bepaalde zaken anders moeten, willen we ons werk goed doen. We zijn nu eerder een gesprekspartner dan alleen een leverancier en we worden dan ook steeds vaker vanaf de ontwerpfase betrokken. Dat wordt zelfs gewaardeerd.”

“Klanten investeren veel in algoritmes omdat het belang van ‘voorspellen’ steeds groter wordt.”

Verder ziet Nico dat het type projecten waar GeoNext aan werkt steeds meer focus heeft op het uitlezen van data: “Klanten investeren veel in algoritmes omdat het belang van ‘voorspellen’ steeds groter wordt, bijvoorbeeld om storingen te voorkomen. Daarvoor hebben ze niet alleen data nodig, maar ook slimme technieken om daar de juiste inzichten uit te halen. Wij hadden hier al een focus op, en deze wordt steeds scherper.”

“De kwaliteit van de data die je inwint is zeker zo belangrijk.”

Jasper springt in en geeft aan dat de focus niet alleen moet liggen op slimme software: “De kwaliteit van de data die je inwint is zeker zo belangrijk. De nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van al je metingen hangt hiervan af. Door de komst van allerlei slimme technieken, in de vorm van software en artificial intelligence, krijgt dit soms te weinig aandacht.” Het is een frustratie en tevens uitdaging van de geodetische markt. Beide heren blijven het belang hiervan bij de klanten op het hart drukken.

Welke veranderingen in de markt zijn er nog meer voelbaar?

GeoNext focust zich vandaag de dag op assetmanagement. Dat was ook waar 5 jaar geleden de focus lag. De klant was hier toen nog niet aan toe: medewerkers in het veld waren toen nog voldoende productief. Door de vergrijzing en het bijkomende personeelstekort gaat de klant nu toch op zoek naar alternatieven en kloppen ze alsnog bij GeoNext aan. Nico ziet dit als een mooie kans en verdiept zich graag verder in de trend rondom Robotisering.

Deze trend zet hij ook in op het vraagstuk naar gekwalificeerd personeel voor zijn bedrijf. Waar anderen het hebben over het zelf opleiden van personeel kijkt Nico naar de mogelijkheden die automatisering en robotisering bieden: “Ik stel mezelf vragen als: zijn er andere inwinmethodes of is het nuttig om vliegtuigen met camera’s aan te schaffen?”

“We bevinden ons als het ware op de rand van de techniek.”

Dat de techniek in een stroomversnelling zit, daar zijn allebei de heren het mee eens. Er is steeds meer mogelijk en de diepte wordt steeds verder opgezocht. Nico ervaart echter dat partijen soms moeite hebben met bijblijven: “Je kunt een super gaaf robotic apparaat hebben, maar als vervolgens het uiterste wordt gevraagd van alle systemen dan heb je een probleem. We bevinden ons als het ware op de rand van de techniek.”

“Je moet wel specialiseren en zelfs dan wordt het je soms nog moeilijk gemaakt.”

Bij Geometius vertaalt de vooruitgang van techniek zich in een groei van de support afdeling. Volgens Jasper hebben alle support engineers een specialisme: “De een is heel goed in 3D laserscanning, de ander in monitoring en weer een ander in hydrografie etc. Het is net wat Nico zegt, de kennis gaat zover, je moet wel specialiseren en zelfs dan wordt het je soms nog moeilijk gemaakt.”

De ontwikkelingen in de techniek hebben volgens Jasper echter ook precies het tegenovergestelde effect. Zo ziet Jasper dat de operator die het veld in wordt gestuurd vandaag de dag veel minder kennis heeft: “De techniek regelt het zelf wel wordt er vaak gedacht. Helaas is dat niet altijd zo. Wanneer er zich een probleem voordoet heb je toch een bepaalde basiskennis nodig. Wanneer deze ontbreekt is het lastig om de operator goed aan te sturen en het probleem op te lossen.”

“Mensen met kennis blijven nodig.”

Volgens Jasper houdt het daar niet op. De kennis binnen de geodetische dienstverlening in het geheel neemt af en hij noemt dit zorgelijk: “De opleiding Geodesie aan de TU Delft en de opleiding HTS Geodesie bestaan niet meer. De bekwaamheid die mensen vanuit daar meebrengen lijkt overbodig doordat hardware steeds intelligenter wordt. Dat is mooi, maar in mijn optiek blijven mensen met kennis nodig. Helemaal als je samen problemen wilt oplossen.”

Wat wordt er verwacht van de toekomst?

Nico duikt er direct in: “Ik vind het een hele interessante tijd. Je kunt je zorgen maken over alles wat er speelt, maar als ondernemer jeuken mijn handen. Er ligt zoveel op tafel dat ik wil aanpakken. Ik wil op zoek gaan naar creatieve oplossingen en samenwerken met partijen, zoals Geometius. Samen staan we sterk voor grote uitdagingen. Ik denk dat we dat vaker moeten doen. Maar dat kan alleen als je respect hebt voor elkaars belangen.”

“Het opzoeken en benutten van elkaars kennis wordt door het tekort aan medewerkers belangrijk.”

Ook Jasper duidt het belang van samenwerken aan: “Het opzoeken en benutten van elkaars kennis wordt niet alleen belangrijk door de toename van specialistische kennis, maar ook door de toenemende mate van personeelstekort. Met minder mensen moet je meer specialistisch werk gaan doen. Dat vraagt om samenwerken.”

“Het echte werk begint steeds vaker op kantoor.”

Verder verwacht Jasper dat data in de toekomst steeds sneller verzameld gaan worden: “Het echte werk begint vaker op kantoor: het moment dat alles uitgelezen moet worden. Het meten in het veld, daar zijn steeds meer eenvoudige oplossingen voor. Hierdoor kan ik mij ook voorstellen dat de focus verder verplaatst van het inwinnen van data naar het interpreteren van data.”

De focus van GeoNext wordt in de toekomst wellicht wat breder: “Voor nu zijn het niet meer dan wat proefballonnetjes, maar we spelen met de gedachte om ons naast het spoor ook te richten op andere segmenten. Maar ik ben kritisch en stel mezelf vragen: kunnen we andere spelers die al verder ontwikkeld zijn binnen deze segmenten nog inhalen? En is dat zinvol of kunnen we ook hier beter kiezen voor een mooie samenwerking?” Genoeg stof om over na te denken.

Dit artikel verscheen eerder in Geo-Info #1-2023